's Avonds een Juballer...

29 maart 2005

AP

Go bassline, go bassline, go bassline! Deze irritante rap zit al een paar dagen in mijn hoofd. Oorzaak: het paascamp in Someren. De heren van de bassline 2005 wonnen de “talentnight” met hun briljante rap-liedje. Geheel terecht, maar zonder nu direct sentimenteel te worden, iedereen heeft “talent” bij Jubal. Dat is toch wel de conclusie die ik trek na vier dagen genieten en afzien. Juballers hebben een zeer bijzonder talent. Ze kunnen vier dagen lang muziek maken, een show lopen, feest vieren en dat allemaal op basis van -pak ‘m beet- gemiddeld tien uur slaap.... over vier dagen welteverstaan.

Ik loop dan wel niet meer mee, maar ik zit al anderhalve dag met twee oververmoeide voeten in een sodabadje. Tjongejonge, wat een uitputtingsslag. Brabantse nachten zijn lang, is zo’n ander liedje. Het klopt als een bus. En als je dan uiteindelijk die Brabantse nacht gebruikt om kort maar hevig te slapen, word je op het belachelijke tijdstip van kwart voor zeven wreed gewekt door een stel overfanatieke cymbal-spelers. In de gang deden zij een paar gevoelige oefeningen om zo de rest van het corps op uiterst sympathieke wijze te wekken. Ja, deze jongens hebben vrienden gemaakt!

Toch valt me iets op. Vroeger werden dit soort acties (een trompet, een gong, Johan van der Werff; alles is al geprobeerd om Juballers te wekken) beantwoord met een stevige scheldpartij en werd de slaapzak weer over de oren getrokken. Wat gebeurde er na het puike stukje muziek van onze bekkens-vrienden? Iedereen stond op, een rij voor de douches, een snel maar voedzaam ontbijtje en vervolgens stond iedereen buiten zenuwachtig te dralen totdat de repetitie kon beginnen. En dat niet alleen de eerste ochtend, maar ook zondagochtend en maandagochtend. Ik moest even in mijn ogen wrijven en op mijn horloge kijken. Zie ik het nou goed? De repepetitie begon vijf minuten te vroeg. Het geeft het fanatisme aan dat er op dit moment heerst binnen de club, echt geweldig om te zien. En het geeft nog iets anders aan: ’s avonds een Juballer, ’s ochtends een Juballer, stoer man!

Over stoer gesproken, ik zou bijna de guard-act tijdens de talent-night vergeten. Tja, hoe moet ik die nou beschrijven. Ach, je moet er bij zijn geweest. Laat ik zeggen dat de temperatuur flink steeg in Someren en daar had de zon even niets mee te maken. Die zon bleef trouwens ook maar doorschijnen. Het kan geen toeval zijn dat het in het hele land pokkeweer is en dat er uitgerekend boven Someren een hoge druk-gebiedje hangt. Dit wordt het jaar van Danzón.

Wat klinkt die muziek lekker zeg, ik heb nog nooit zo vroeg in het seizoen kippenvel gehad, en dat meerder malen achter elkaar. Het ziet er allemaal al zo solide uit, gewoon eng. En de leden? Die spelen en lopen of het de normaalste zaak van de wereld is. Nou ja, niet iedereen. Vooral de nieuwe leden hebben nog zichtbaar moeite met lopen, geweldig om te zien. Alsof ze worden achtervolgd kijken ze met zo’n vragende blik alle kanten op en botsen ze op iedereen en alles wat ze tegenkomen. Maar ook dat wordt er in een paar dagen alweer aardig uitgeramd.

Verder nog dingetjes opgevallen? Jazeker, de nieuwe mini-tractor (die wél vooruit komt) is weer oranje. Onze mede-kampgenoten van het kerkgenootschap zijn spontaan fan geworden. De nazaten van Heineken kunnen weer een vleugel aan de villa laten bouwen (1000 blikjes bier). Golfen is bijna net zo leuk als drum corps. Een Bogert in een sinterklaaspak is wel heel opwindend. En dat irritante brandalarm is na al die jaren nog steeds zo irritant. Kortom; een kamp zoals een kamp bedoeld is.

a.p.