Disneyland

24 januari 2005

AP

We hebben de feestdagen alweer even achter de rug. Eén reclamespotje is me bijgebleven, die van Disneyland Parijs. Gezellige toestanden, lichtjes, sneeuw en lieve Disneyfiguren die het de modelkindertjes helemaal naar hun zin maken. Iedere keer als ik een Disney-spotje zie, kan ik maar aan één ding denken. Disneyland Parijs bestond vijf jaar (1997 alweer), reden voor een feestje inclusief parade. Uit elk land mocht één muziekvereniging komen en uit Nederland kwam... Jubal. Wat een eer, wat een genoegen! Nou, ik kan me er nog één ding van herinneren: wachten!

Uren hebben we daar moeten wachten en het was nog koud ook. Voor een korte parade door de Mainstreet waren we een heel weekend op pad. Tuurlijk was het leuk, we zaten in zo’n thema hotel, waar Juballeden vooral bezig waren om elkaar te bellen met Donald Duck en Goofy-stemmetjes. En zo af en toe was er een uurtje vrij om een attractie te bezoeken. Space Mountain was toen net nieuw, een overdekte achtbaan waar je een minuut lang in een zwart gat zit. Maar goed, verder waren we alleen maar bezig met repeteren én wachten voor die ene, feestelijke, jubileumparade.

De parade moest plotseling doorgenomen worden. Verbaasde gezichten, want hoe moeilijk kan het zijn om achter elkaar door een straat te lopen? Het moest! Dus daar stonden we dan, op een groot, leeg parkeerterrein. Als ik er aan denk, schiet ik weer in de lach. Alle korpsen en andere exotische groeperingen werden achter elkaar gezet. Tja, eer dat dát voor elkaar was, hadden we alweer twee uur gewacht (koud, open vlakte, wind, kortom: genieten!) Door de enorme hoeveelheid verenigingen stond die hele parkeerplaats vol, in het midden stond een man met een megafoon en vlag (geloof ik.) Op zijn teken moesten alle groepen achter elkaar rondjes lopen op dat terrein én... muziek maken. Werkelijk een belachelijk gezicht: één grote muzikale rotzooi, de ene nog harder dan de ander en dwars door elkaar heen. En dat allemaal “gecoördineerd” door een man die hysterisch met zijn megafoon de langzame groep liep op te fokken en de snelle groep liep af te remmen. Rondje na rondje hebben we gelopen, tranen met tuiten heb ik gelachen. Totdat er plots werd afgefloten. De duim ging de lucht in, de man stapte in zijn golfkarretje en reed weg. Kennelijk was het goed, weer een middag voorbij.

De volgende dag was D-day. De jubileum-parade was volgens mij om drie uur ’s middags, maar het leek de organisatie een goed idee dat we om acht uur ’s ochtends alvast beschikbaar waren. (Ik heb ook altijd het idee dat wij als eerste ergens moeten zijn, maar dat terzijde.) Ik kan jullie verzekeren, de achterkant van het sprookjesachtige Mainstreet is niet mooi: zo’n Hollywood-decor met alleen voorkanten van huizen. En opnieuw was het koud en guur. Helaas, geen warmbloedige Disneyfiguren gezien. Wél een man die om de haverklap in de stress schoot en riep dat we moesten opstellen. (Na een half uur “in de houding” toch de instrumenten maar weer afgedaan.) Uren hebben we daar staan wachten.

Het moment was eindelijk aangebroken, de parade door de hoofdstraat. Ik geloof dat het in totaal tien minuten mocht duren. Daarna nog een keer, maar toen moesten we verplicht “keten” en “losjes”doen. Nee, niets slopen en geen broek naar beneden voor de camera, het blijft natuurlijk Disney. Bedolven onder de confetti en slingers, begeleid door Carnavaleske Disney-muziek (met de zich constant herhalende hoofdzin: “Disneyland Paris, the nicest place to be”) liepen we met de shako’s achterstevoren (verplicht) hossend door een pretpark. Drumcorps, zoals drumcorps bedoeld is, zal ik maar zeggen. Dagen hadden we er voor geoefend.

Oh ja, het werd ook nog uitgezonden op TV, nou dat was natuurlijk helemaal toppie. We waren uiteindelijk zo’n tien seconde in beeld, ik denk dat we er in totaal zo’n tien uur voor hebben gewacht. Ik zeg: Op naar het volgende jubileum, ik kan (wederom) niet wachten!

a.p.