De opmars van G.E.

12 juni 2005

AP

G.E. is the magic word. G.E. staat voor general effect en we kennen het al eeuwenlang als een belangrijk onderdeel bij de jurering van drumcorps. Wat het is? Er zijn diverse, soms nogal vage, omschrijvingen te geven. Laat ik ook een poging wagen. Het komt erop neer dat je met G.E doelbewust een “ooh of aah-moment” creëert bij het publiek. De show en de muziek moeten perfect op elkaar aansluiten, elkaar versterken en/of aanvullen. Een totaal-concept dus en niet een show met alleen aandacht voor het muzikale boek aangevuld met een beetje gehobbel op een veld. Een belangrijk onderdeel, want als een corps veel G.E. momenten heeft, vind ik het meestal een toffe show. Ik zie een aantal vaste columnlezers al fronsen... What’s new? Hier is Jubal ongeveer voor uitgevonden: hits, emo-momenten, snelle figuren, highblowers, spektakel. Jubal scoort meestal hoog op onderdelen als Music Effect en Visual Effect. Dit geldt natuurlijk niet alleen voor Jubal, alle drumcorps doen hun best om het publiek te pakken. Eén kant op spelen en de toeters omhoog? Voor drumcorps is het nogal wiedes, het publiek zit immers niet in kleermakerszit op de grond of aan de achterkant van het veld. Toch naar achteren spelen bij rustige passages? Je maakt gebruik van de echo, een mooi.... effect. Kortom, general effect is voor mij dé reden waarom ik zo’n drumcorps liefhebber ben. Maar G.E. is natuurlijk niet exclusief voor drumcorps. Kijk maar naar een Advendo of Pasveer die al jaren met effecten het publiek weten te paaien. Toch is G.E. met een ware opmars begonnen. Zoals ik zojuist al schreef: G.E. is op dit moment the magic word. En dan vooral binnen de traditionele muziekverenigingen. Vrijwel iedereen “doet eraan”. Natuurlijk, ze zullen het vast wel leuk vinden, maar het is ook een beetje bittere noodzaak. Het WMC heeft namelijk voor het eerst besloten om het onderdeel G.E zwaar mee te laten wegen in de jurering, aankomende juli, en dan moet je wel! De organisatie Unisono ondersteunt dat met cursussen, workshops en clinics. Kortom: het wordt er behoorlijk ingeramd. Er wordt ook volop gediscussieerd over dit “nieuwe” fenomeen, alsof ze het wiel eigenhandig hebben uitgevonden. Een kleine glimlach kan ik niet onderdrukken. Zijn dit niet de mensen die vroeger altijd smalend langs het taptoeterrein zaten af te geven op die ellendige drumcorps. Een front-ensemble (pit)? “Wat een flauwekul, al dat gesjouw met die zooi..” En wat zie ik tot mijn grote verbazing, maar ook grote plezier. Een front-ensemble bij Adest Musica. Even wrijven in de ogen, nee het is echt waar. Shows met asymetrische figuren? Het was vloeken in de kerk, maar nu passen ook de traditionele korpsen andere figuur-technieken toe. En wat hoor ik over KenG? Ze lopen niet meer op een kluitje te sjokken, maar gebruiken het hele veld. Het ene na het andere bericht komt binnen over korpsen die zichtbaar zijn veranderd door de toepassing van general effect, met dank aan het WMC en Unisono. Maar de reacties zijn toch over het algemeen een beetje zuur en behoudend. Men weet niet zo goed wat men ermee aan moet. Ik lees opmerkingen als: “het is wel heel anders”, of, “ik vind ze nogal veranderd.” Het is een beetje dezelfde reactie als van mijn moeder wanneer ik vroeger weer eens een spijkerbroek had gekocht die ze niet mooi vond. Haar reactie was steevast: “apart”, dan wist ik weer dat ze die vale broek verschrikkelijk vond. Maar voor alles geldt: het is gewoon een kwestie van wennen. Als het uiteraard maar niet doorslaat: KenG met een male-guard met blauwe vlaggen voor de mooie effecten bij “When I’m feeling blue, tatatatataaaaa”, ik denk dat ze dat in Leiden niet overleven. Pasveer met lekkere zware contrabassen om al dat hoge gefluit wat meer diepte te geven, dat pikken de Friezen niet. Nee hoor, G.E. wordt gelukkig mondjesmaat toegepast. G.E. is ook iets wat alleen maar live tot leven komt. Ik laat me dan ook tijdens de komende optredens verrassen door al dat effecten-geweld. En valt het wat tegen, dan kan ik gelukkig altijd nog bij m’n eigen clubbie terecht. Jan pak de leuning, I love it. a.p.