Strand

18 juli 2005

AP

Ik lig op het strand. De zon schijnt, zomer in Nederland. M’n lieve dochtertje neemt voor de derde keer een hap zand. Voor de derde keer moeten mijn vrouw en ik haar troosten en duidelijk maken dat zand toch écht iets anders is dan snoep. Even later ligt ze heerlijk onder een parasolletje te slapen. Ook ik droom weg en laat het eerste half jaar van 2005 nog maar eens de revue passeren, het eerste Jubal-half jaar welteverstaan. Zilveren toeters, talent-nights, van Frankrijk tot Italië, publiek, DCE, Devils, WMC. “Hoeveel kan een Juballer hebben”, is mijn snelle conclusie. De zomerstop is aangebroken, het grote relaxen is begonnen. Veel Juballers vervelen zich nu al en zoeken elkaar op en gaan zelfs samen op vakantie. Prima, ik moet er even niet aan denken, want ik kan ieders gezicht onderhand uittekenen. Zeker de laatste weken hebben we elkaar bijna dagelijks gezien. Met honderd man op stap en geen onvertogen woord. Waarom ontstaan er geen ruzies? Jubal is immers ook de maatschappij in het klein. Volgepropt in een bus, volgepropt in een gymzaal, volgepropt in een kleedkamer en het gaat goed. Dat begon al in Someren, het paaskamp. Een nieuwe groep, een nieuwe ronde. Geen braverikken zoals de jaren daarvoor. (“Mag het licht uit, ik wil morgenochtend weer fris zijn.) Nee, we hebben te maken met humorvolle doorzakkers die na een korte nachtrust hun verantwoordelijkheden nemen en ervoor gaan. Ze rappen, strippen, acteren en zingen. De koningin heeft zoals ieder jaar de primeur, Dordrecht luistert mee. Een puik concertje is het resultaat. Inderdaad, zoals voorspeld, smaakt de oranjebitter prima en wel heel vrolijk zwaait iedereen elkaar uit. Weer geen avond-optreden, gelukkig gaat dat volgend jaar veranderen. Frankrijk, twee keer. Weleens boten voorbij zien rijden? Orleans. Kennen jullie dat verhaal van die kathedraal die in de fik werd gestoken? Geen vuur dus, wel veel enthousiaste Fransen. Contest Middelburg, de eerste vuurdoop. Zwakjes, ruw, onzeker, maar wél een hele show. Waar zijn die tijden dat het laatste nummer rond die periode nog gewoon werd stilgestaan. De recensies zijn matig. Vooral die Duitsers laten (voor de zoveelste keer) weten dat ze dit jaar nu écht de aanval inzetten op Jubal. De concurrentie komt dit jaar uit Hilversum, ze doen toch nog mee dit jaar, gelukkig. En dan een moelijke periode. We schieten geen meter op. Iedereen is al moe van de drukke mei-maand en gaat z’n eigen weg als er eigenlijk gerepeteerd moet worden. De neuzen moeten weer dezelfde kant op en dat lukt uiteindelijk. Want afgaan op contest Kortrijk is wel het laatste wat de Juballers willen. De godenzonen worden overgevlogen, we zien ze voor het eerst op een pleintje in Gent. Hier gaan de neuzen automatisch weer dezelfde kant van opstaan, want zo moet het dus. Drum corps geniet van drum corps, nog geen zure reacties uit de HAFABRA-wereld. De avond-show in Kortrijk. Wat heeft DCE hier voor elkaar gekregen? Het lijkt alsof een DCI-regional is opgepakt in de VS en wordt neergekwakt in Kortrijk. Nooit geweten dat “de activiteit” in Europa zo groot is. Dat de neuzen weer een kant op wijzen, blijkt ’s avonds laat. Een goede show, een goede uitslag en waar zijn die Duitsers gebleven die ons dit jaar weleens zouden pakken? Het venijn zit hem in de staart. De leukste week uit mijn Jubal-carrière is aangebroken: achtien uur opgevouwen in een bus gezeten, gelegen, gehangen. Maar dan: La dolce vita. De Devils stelen overal terecht de show, maar Italië ligt ook aan onze voeten. En wij liggen weer aan de voeten van de Devils. Ze hebben allemaal baarden, op de vrouwen na natuurlijk. Maar wat zijn het eigenlijk toch broekies, als je ze van dichtbij ziet. Amper 18 jaar en de ervaring van hun leven. Ook zij genieten van Europa, ze vinden alles mooi. The 4th of July in San Felice, ik zie die Amerikaen huilend in elkaars armen vallen, vuurwerk is het decor. We staan erbij en kijken ernaar. Junior stapt op de Devils-guard af en gaat die meiden een gelukkig nieuwjaar wensen. Een lach-salvo breekt uit. Duizenden foto’s zijn gemaakt na deze wereldtrip. Weer achttien uur terug, opgevouwen, gezeten, gelegen, gehangen. Het voorseizoen wordt afgesloten met het WMC. We mogen onze truck voor het stadion parkeren voor 35 euro. Hoe knijp ik amateur-muziekverenigingen uit? De resultaten zijn niet echt heel goed, maar ook niet echt heel slecht. (We worden althans volop gefeliciteerd????) Is het misschien toch een anti-climax? Ik denk het niet. Ik kan in ieder geval weinig teleurstelling bespeuren bij de leden, ze zijn er niet echt meer mee bezig. Een concertje in de stad... en men vergeet snel. De WMC-soap loopt nog een paar weken. Ik lees het allemaal wel. Nu eerst rust. Ik ontwaak, de vierde hap zand.

a.p.