Nieuwe gezichten

18 oktober 2005

AP

Niets mooiers dan een clubhuis vol met nieuwe gezichten. Waar ze allemaal vandaan komen, het is niet te geloven: van Limburg tot Friesland, uit België of Zeeland, ze hebben allemaal “zin in Jubal”. Vragende ogen, verlegen dralend, onwennig lachend: het is allemaal zo herkenbaar, want zo is iedereen ooit voor het eerst dat clubhuis binnengestapt. Het was volle bak, afgelopen weekend op de open dagen van Jubal. In kan me wat open huizen uit het verleden herinneren die redelijk in het water vielen, met slechts een handjevol geïnteresseerden, waarvan de helft oud-Juballers en de andere helft gezellige opa’s en oma’s. Nee, dat was afgelopen weekend wel effetjes anders. Toen ik daar zo rondliep moest ik direct aan m’n eigen beginperiode denken, alweer zo’n twaalf jaar geleden. Ook ik liep toen door dat (voormalige) clubhuis te dralen met vragende ogen en een onwennige glimlach. Overal lokalen met instrumenten, een bar, een eigen atelier, een keuken. Ik was gewend aan één grote, vochtige ruimte, waar de hele vereniging het mee moest doen, dit leek wel een complete muziekschool! Oh, het was ook een school.... Zoals ik dat zaterdag en zondag ook zag, kreeg ik een gesprek met een paar mensen van de staff. Nu wordt iemand met open armen ontvangen, want jongeren staan niet meer in rijen opgesteld om lid te worden van een muziekvereniging. Dat was in mijn tijd (oef, ik word oud) wel anders. “Weet je het wel zeker?” Dat was ongeveer de eerste opmerking die ik kreeg te horen toen ik duidelijk maakte dat ik lid wilde worden. Jubal had in die tijd vooral leden uit het oude, vertrouwde Dordrecht. “Mensen van buiten” waren er maar een paar, dat waren echt uitzonderingen. En ik kwam helemaal uit Zeeland (het was nog geen uurtje rijden), ik leek wel gek! Tja, daar zit je dan met je goed gedrag. Of ik het wel zeker wist. Nee, natuurlijk weet je zoiets nooit zeker, het blijft een gok, een nieuw avontuur waar je bereid bent in te stappen. Goed, dan maar een rondje door het clubhuis. Toen ik al die glimmende marimba’s, xylofoons en timpanies zag staan, wist ik het wél zeker: hier wilde ik bij horen. Ik had het gevoel dat ík Jubal moest overtuigen dat het echt een goede keus zou zijn, als ik lid zou worden. En gelukkig.... ik was welkom. In die tijd waren er geen Open-dagen, ledenwerving was een vies woord, want ze kwamen toch wel! Nu moeten we, en gelukkig maar, wel onze deuren open gooien en ons best doen om “mensen van buiten” te werven. We geven nog net geen fietsen of televisies cadeau bij een lidmaatschap, maar een goedkoop reisje naar Amerika komt al aardig in de richting. En het werkt, geweldig dat er zoveel mensen van buitenaf een Juballer worden. Maar alleen daarmee redden we het niet. De instroom vanuit Jong-Jubal neemt gelukkig weer fors toe met als belangrijkse oorzaak: het succes van de Music-Kids. Gratis muziekles voor de allerkleinsten (ze kunnen al wel lopen) en dan maar hopen dat ze blijven hangen. Het is een groot succes en de eerste Music Kid loopt al bij Jubal. Het is misschien wel het belangrijkste initiatief dat ooit bij Jubal is genomen. Het idee wordt tegenwoordig door heel veel verenigingen overgenomen. Met dezelfde naam (dat hadden we toch beter moeten afschermen) worden jonge kinderen in heel het land opgeleid met diezelfde hoop dat ze blijven hangen bij de korpsen. Jong Holland begint met een volle cursus, bij Wilhelmus doen ze het ook: zelfs in onze eigen regio krijgen we dus Music Kids concurrentie. Het is natuurlijk allemaal fantastisch, want ook andere verenigingen moeten groeien, dat maakt de toekomst van onze gekoesterde hobby wel zo leuk. A.P.