Wat is toch de magie van een Amerikaan? Ik heb het me meerdere malen afgevraagd toen ik afgelopen zaterdag bij de brass-repetitie van m’n geliefde clubje ging kijken. Onze nieuwe “brass-assistant” Clay Wocholz was weer “in town” om de fijne kneepjes bij te brengen. Clay heeft er verstand van, want hij is mede-verantwoordelijk voor de brass van 2006 van het Amerikaanse Phantom Regiment. Ik heb de eer gehad om dit corps afgelopen zomer te zien en vooral te horen: zelden zo’n fantastische brass meegemaakt. Een brok in mijn keel, een prop in m’n maag, hartkloppingen en kippenvel, en dat allemaal tegelijk bij het horen van die fantastische brass en z’n fantastische arrangementen.
Clay is niet het prototype Amerikaan. Geen bravour-mannetje met zo’n kauwend Amerikaans accent die weleens effe komt vertellen hoe het moet. Geen standaard-verhaaltjes over “hoe geweldig hij alles vindt” en “hoe goed we wel niet zijn”. Nee, Clay komt bij mij over als een rustige, ingetogen Amerikaan; nooit geweten dat ze bestonden! Onze nieuwe instructeur kreeg een deel van de repetitietijd om aan de basis te werken, dat kan immers nooit kwaad. Want met 47 horns, waarvan vele nieuwe gezichten is het wel belangrijk dat iedereen op één lijn zit. Klinkt simpel, dat is het natuurlijk niet. Clay gaat beginnen, en waar Clay staat of gaat is het stil, Juballers kijken gehoorzaam naar elke stap die hij zet of beweging die hij maakt.
De oefeningen die hij introduceert zijn op z’n zachtst gezegd “bijzonder” te noemen. Er wordt vooral gewerkt aan ademhaling en volume, want zo’n berg toeters is leuk, er moet wel geluid uitkomen. Er worden een soort oerang-oetang-borst-ademhalingsoefeningen geïntroduceerd, best een komisch gezicht, alhoewel het natuurlijk bloedserieus bedoeld is. Verder wordt er uit volle borst gezongen en wat dachten we van de “Poep-theorie?” Een decrescendo moet je verdelen over vier tellen in een maat, de meesten doen dat niet: die persen alles er in één keer uit.... of zoiets. Vervolgens wordt een vergelijking getrokken met de menselijke uitwerpselen en verder zal ik de details besparen. De leden lachen erom, maar begrijpen exact wat er wordt bedoel. En inderdaad, bij de volgende herhaling klinkt het “poep-lekker”.
Ik wil niet zeggen dat de Juballers een stelletje ongediciplineerde muzikanten zijn. Neehoor, integendeel, ze zijn behoorlijk gehoorzaam (tijdens de repetitie dan), maar als een Amerikaan ervoor staat, gaat het er allemaal nog nét wat gediciplineerder aan toe. Vreemde ogen dwingen.... Als een havik die op zoek is naar z’n prooi, loopt hij door de toeters heen, controleert of de goede ventielen worden ingedrukt en corrigeert her en der wat houdingen. En dat allemaal heel subtiel, heel nederig. Je ziet leden nerveus denken: “Oh jee, straks kom tie bij mij staan”, uit de ooghoeken wordt in de gaten gehouden waar Clay zich begeeft. Maar je ziet en je hoort dat het de moeite waard is.
Mijn beeld van “de Amerikaan” is na afgelopen zaterdag weer iets gewijzigd. Het was interessant om te zien en ik denk dat we hier nog veel plezier aan gaan beleven. Het enthousiasme straalt er vanaf en dat wordt automatisch overgenomen. Er is één nadeeltje: als ik voortaan op de WC zit, moet ik aan Jubal denken.
A.P.