Het is alweer zo’n zeven jaar geleden dat ik voor het laatst een uniform aantrok. De argumenten gelden voor velen: drukke baan, een gezinsleven, kortom; geen tijd meer om hele dagen op het veld te staan. Natuurlijk mis je de kick van een goede show, een enthousiast publiek en ga zo maar door. Maar er zijn ook zaken die ik mis als kiespijn. Eén daarvan zijn de finales van taptoes. De afgelopen weken heb ik een aantal taptoes bezocht en er is in al die jaren helemaal niets veranderd. Sterker nog: het lijkt alleen maar erger te worden. Probleem? Taptoe-finales duren lang…… errug lang.
Veel organisaties zien de finale kennelijk als de slagroom op de taart. De buit die voor veel geld is binnengehaald wordt nog even in z’n geheel aan het publiek getoond. Kijk eens wat een kleuren, wat een verscheidenheid aan korpsen, wat een samenspel, discipline…. echt een prrrrrachtig schouwspel. En de leden? Die staan al een uur in de houding als ze al niet met bosjes tegen de vlakte zijn gegaan. (Pasveer is daar altijd erg goed in!) Zuchten en steunen op het veld, weer een nummer, weer een toespraak, komt er dan geen einde aan?
Nee, voorlopig niet en finales zijn in de loop der jaren alleen maar langer gaan duren, althans dat is mijn uiterst objectieve waarneming. Het is echt ongelofelijk wat er tegenwoordig in zo’n finale wordt gepropt. Was het vroeger alleen maar het taptoesignaal, het Wilhelmus en een razendsnelle afmars, tegenwoordig lijkt het wel een Bonte Avond. Uiteraard zijn de vaste onderdelen nog steeds aanwezig. Er wordt een depressief koraal gespeeld, er staat weer ergens een trompettist op een kraanwagen, kerktoren of flatgebouw en het Wilhelmus wordt met veel gevoel gespeeld. Maar men voegt er steeds meer aan toe. Zo is er ruimte voor nóg een prrrrrachtig nummer. Laatst was ik op een taptoe en daar kwam een doedelzak-speler opdraven. Die speelde een prrrrrachtig nummer met de plaatselijke harmonie. Best leuk, maar doe dat alsjeblieft niet in een finale.
Was dat het? Tuurlijk niet. We zouden bijna de burgemeester vergeten. Die gaat in een speech van vier kantjes nog even vertellen hoe geweldig zijn gemeente is. Hij ziet z’n kans schoon, normaal staat hij tegenover een groep hangjongeren of een vervelende gemeenteraad, nu zit daar een bejaard taptoe-publiek dat alles prrrrrachtig vindt. De microfoon wordt doorgegeven aan de organisator van de avond, die bedankt de leadyspeaker met een prrrrachtige bos bloemen. O ja, de sponsors moeten natuurlijk ook nog even bedankt worden. De plaatselijke KIA-dealer heeft maarliefst 500 euro geschonken en moet daarvoor natuurlijk wel even in het zonnetje worden gezet. Het nieuwste KIA-model wordt met een slakkengangetje het veld opgereden. De voorzitter van de voetbalclub komt nog even voorbij, die heeft immers zijn stadionnetje belangeloos ter beschikking gesteld. En als het een beetje tegenzit wordt de microfoon ook nog doorgegeven aan een derderangs zangeres die met veel gevoel voor dramatiek “We’ll meet again” inzet.
En dan eindelijk is het tijd voor de afmars… Oh wacht effe: er was een week van te voren naar alle deelnemende korpsen nog muziek gestuurd (laat Musicopy het maar niet lezen). Een gezamenlijk nummer is helemaal “hot” bij taptoe-comité's,” You’ll never walk alone”, “De Zee”, wederom prrrrrachtig. En dan eindelijk kunnen de korpsen het veld verlaten. Dat gaat natuurlijk lekker langzaam. Het ergste zijn de korpsen die bij de afmars nog een complete show gaan lopen opvoeren. Die stoppen, draaien naar het publiek en “gaan uit hun dak”. Dikke zucht, maar het pubiek vindt het……. inderdaad! Als een taptoe in Frankrijk plaatsvindt zijn we er overigens nog lang niet, dan staat er meestal nog een vuurwerk-"spectacle" van een half uur op het programma, waarvan de vuurpijlresten op de smetteloze uniformen dwarrelen.
Waar gaat dat naartoe met de taptoe-finales? Nog even en er worden kaarten uitgedeeld op de tribune voor een gezellig potje bingo! De leden zijn na een uur (als het meevalt)versteend en hebben overal pijn. “Het hoort erbij”, hoor je dan. Alsjeblieft, kap met die lange finales. Laat mij er maar eens eentje organiseren, dan moet het publiek verplicht een uur lang als wassen beeld gaan staan en vieren de muzikanten een puik feestje op het veld.
a.p.