Terug

25 augustus 2010

AP

Jullie vragen je natuurlijk massaal af wat er met AP aan de hand is? Wanneer komt ‘ie terug? Al weken niets van vernomen. Ok, het is vakantie, maar dit begint wel erg verdacht te worden. Is ‘ie gestopt bij Jubal? Mag hij zijn geliefde column niet meer schrijven? Kortom, wat is er loos? Beste mensen, helemaal niets! De eerste noodkreten zijn al binnengekomen. Zelfs uit de VS heb ik mailtjes ontvangen, wanneer AP de pen weer ter handen neemt en ons weer ‘vermaakt’ met geneuzel uit het drumcorpswereldje. Vanaf nu dus weer! En even voor de duidelijkheid: dat werkeloze toetsenbord is de afgelopen weken nooit werkeloos geweest. AP heeft het alleen een beetje druk, druk, druk. En er is een goed excuus, namelijk: Jubal (en ook nog een beetje werk)! Een mooier excuus bestaat er eigenlijk niet. Het honderdjarig bestaan komt er aan en dus ook het jubileumboek dat nog voor de feestmaand in de boekhandel moet liggen. En dus krijgt dat even de prioriteit.

Ik worstel me door honderden archiefmappen die fraai staan opgesteld in de woonkamer, tot ergernis van vrouw en kinderen. De spinnenwebben vliegen om je oren als ik weer zo’n kartonnen box open maak. Spannend, iedere keer een cadeautje, wat zal er in zitten. Meestal kom ik bedrogen uit: heel veel saaie cijfertjes, correspondentie met gemeenten, verzekeringsmaatschappijen en andere saaie instanties. Maar gelukkig valt er ook veel te genieten. Zo krijg ik met het lezen van al die archiefstukken een uniek inkijkje in de vergadercultuur bij Jubal. Of we nu praten over 1916, 1963 of 2004; er is altijd een conflict, er is altijd ruzie die na een tijdje weer wordt opgelost of compleet is vergeten. Alles heeft de club meegemaakt: Penningmeesters die kostbare guldens achterover drukken, (Leiden, eat your heart out!) stafleden die op voet van oorlog staan met het bestuur, ledenvergaderingen die compleet uit de hand lopen en over twee dagen uitgesmeerd moeten worden. Wat een ellende, maar ook wat een lol! Jubal heeft het zichzelf vaak ontzettend moeilijk gemaakt, maar aan de andere kant hebben die discussies wel geleid tot het Jubal wat er nu staat. Een mooie organisatie met veel ambities en ook veel bereikte doelen, waaronder het huidig Europees Kampioenschap.

Het is een genot om alle reisverslagen te lezen. Van Noorwegen tot Italië, van Duitsland tot de VS. Overal is de club geweest en overal is het lol. Nachtelijke avonturen in ‘geleende’ bootjes, die ingetrapte deur in Lille (“Ik heb de deur niet ingetrapt, de deur kwam naar mijn voet.”), zwervers in kliko’s, batterijen-gevechten, ruzie met DCH, DCN, DCE, DCUK, DCI, DCA, ruzie met impresario’s, ruzie met iedereen, liefdes, huwelijken, successen, saboterende kermisklanten, verpeste uniformen, het kapot trappen van de beker, staande ovaties, klagende buurtbewoners, slaapplaatsen die niet doorgaan, bussen die kapot gaan, regen, hagel, sneeuw, veertig graden, strand, stad, postzegelpleintjes en American Footbal-stadions, winnen, verliezen, terecht, onterecht. In honderd jaar heeft Jubal zo veel meegemaakt, dat er nauwelijks doorheen te komen is. Toch ben ik het samen met een enthousiaste redactie aan het proberen. Ik ben verantwoordelijk voor de ‘rode draad’ en heb inmiddels zo’n 200 A4’tjes volgetikt verspreid over één jaar tijd, gemiddeld drie uur per jaargang, reken maar uit (applaus voor mijzelf). Maar wat dacht je van de duizenden foto’s, krantenknipsels, muziekstukken, oorkondes, enzovoort, enzovoort. Het jubileumboek wordt dé Jubal-bijbel die iedereen moet hebben. Ook leden van andere muziekvereniging, want waar Jubal kwam, kwam ook de rest en die korpsen worden natuurlijk ook ‘en passant’ beschreven. En even voor de duidelijkheid, het gaat hier om een feitelijke weergave van de geschiedenis, geen cynische column of afzeik-verhaal. Dat is zeg maar, mijn andere, objectieve pet! (Jaja!)

Ik leef dus een beetje in het verleden, alhoewel het einde nadert, 2009, goed Jubal-jaar. 2010 neem ik ook nog mee, wederom een goed Jubal-jaar. Volgens de historie gaan we niet winnen, dat doen we het laatste decennium om de drie jaar, maar de geschiedenis is grillig! Garanties uit het verleden, bieden geen zekerheid voor de toekomst. Om de twee jaar dan maar winnen, of elk jaar, of een tijdje niet. Hoe dan ook, wie 100 jaar Jubal leest, ziet pieken en dalen, maar één ding is zeker: in 2111 verschijnt een nieuw boek met 200 jaar geschiedenis. Deze club is op termijn onverslaanbaar.

Ik begin dus langzaam maar zeker het stof van me af te slaan en kijk af en toe in het heden en de toekomst. Heb ik dan geen interesse meer in –bijvoorbeeld- die fraaie competitie aan de andere kant van de plas? Natuurlijk wel, maar ik ben er niet geweest. En jullie kennen mijn motto: Als je er niet geweest bent, heb je weinig recht van spreken. Drumcorps moet je live zien, dus neem ik alle youtube-filmpjes voor lief. Ik hoor van iedereen dat de winnaar Blue Devils niet te pruimen was. Maar wát een geweldige organisatie, wat een prestatie, wat een top-corps en wat een creativiteit. Het zal wel, ga het volgend jaar weer met eigen ogen bekijken, nog zo’n 340 nachtjes slapen.

Terug in eigen land gaan we ons voorbereiden op de belangrijke wedstrijden die volgen, de jaarlijkse cyclus. Ga weer juichen, gillen en genieten. En daarna gaan we ons opmaken voor een bescheiden feestje, een heel jaar lang.

Namens mijzelf, welkom terug!

A.P.