“Is het je al opgevallen? Nee. Kijk nog eens goed, nog een keertje. Zie je het echt niet? O ja, nu je het zegt, de guard heeft een nieuw uniform. Nee, dat bedoel ik niet. Ze lopen anders. Hoezo, ze lopen anders? Nou, precies zoals ik het zeg. Het lijkt of het hele corps aan de dunne is, de bilspieren worden enigszins dichtgeknepen. De benen rechtgestrekt, hakken in het gras en lopen maar. Tja, nou je het zegt, ziet er wel strak uit, geloof ik... effe wennen.”Even navraag gedaan bij de verantwoordelijke. Yeb, het klopt, er is een nieuwe loopstijl geïntroduceerd. Het is moeilijk uit te leggen, je moet het gewoon zien. Het valt niet echt op, en toch ook weer wel. Net zoiets als iemand een nieuwe bril heeft of net naar de kapper is geweest. Je ziet iets, maar je weet niet direct wat het is. Het ziet er in ieder geval strak uit, anders, maar wel goed. Je ziet nog wel wat leden -er ongeveer letterlijk- mee worstelen, ze struikelen half over hun eigen strak getrokken benen. Maar goed, al het begin is moeilijk, zelfs leren lopen (vraag maar aan m’n dochtertje.)
Lopen is nooit Jubal’s allersterkste kant geweest. Eerlijk gezegd interesseert me het ook niet zo veel. “Kijk die Engelsen, die kunnen goed lopen”, hoor je dan na afloop van een contest. Het zal wel, maar spelen; ho maar, althans dat vind ik dan. En vind je het gek met zes toeters, dan is het ook niet zo moeilijk om alles gelijk te krijgen. Nee, geef mij maar een lekkere bak herrie en ik ben zo blij als een kind (dat kan lopen). Tuurlijk het is wel belangrijk, van 80 zoutzakken die over een veld lopen te hobbelen, raak ik ook niet echt opgewonden. Maar soms vind ik toegepaste loopstijlen wel erg overdreven en zelfs onnatuurlijk. Neem nou de beroemdste, dat is toch wel de roll-step. Tja, ik noem ‘m meestal de pipo-de-clown-step. De punt van de schoen gaan namelijk zo ver de lucht in, dat ik altijd een denkbeeldige pipo-schoen zie. En dan dat afrollen, een soort omgekeerde moonwalk. Ik begrijp het verhaal er achter wel (je hele lichaam blijft er stil door, geloof ik), maar toch.... Daar in dat verre Amerika is het wel gaaf (daar is alles toch gaaf), maar hier zijn er bij een corps altijd een paar die het niet kunnen, een stel die het alleen doen omdat het moet (en zo ziet het er ook uit), en een paar die het tot in de extreme uitvoeren, om daar mee aan te geven dat zij wél weten waar ze mee bezig zijn. Er zijn nog veel meer loopstijlen. De leukste loopstijl ooit gezien, was jaren geleden in Frankrijk (waar anders), toen we daar die wereldberoemde Sinaasappel-gooiers tegenkwamen: een grote groep narren op klompen met belletjes. Ze hanteren de sjok-stijl in een soort ganzenpas achter elkaar, twee stapjes naar voren, eentje terug, enzovoort, enzovoort. Het ziet er natuurlijk niet uit, maar consequent is het wel! Lach ze overigens niet uit, want je krijgt een sinaasappel met 150 kilometer per uur in je gezicht gegooid. Dan zijn er nog de renners: Pasveer. Onnavolgbaar, en toch zijn er veel corpsen die het helaas na proberen te doen. Maar goed, Jubal probeert het voorlopig met de diarree-step. Let maar eens op. En nou nooit meer zeggen dat Jubal geen aandacht besteedt aan loopstijlen. a.p.